
Vijf vragen aan ... Sander Knopper
Sander Knopper is onlosmakelijk verbonden met Theater De Leest in Waalwijk. Al bijna achttien jaar is hij hier directeur-bestuurder én programmeur. Daarnaast zit Sander sinds mei van dit jaar in het bestuur van de VSCD. Een functie met een ‘extraatje’ voor deze sportieve Vughtenaar: een plek in het DIP-bestuur. We stelden hem vijf vragen.
Waarom koos je voor DIP?
“Ik had net een bestuursfunctie bij een gezelschap neergelegd na twaalf jaar. Toen kwam de VSCD op mijn pad. Binnen dat bestuur kwam de functie bij DIP vrij en die vond ik van alle inhoudelijke zaken het meest interessant. Voordat ik in Waalwijk terecht kwam, heb ik bij Theater De Parade in Den Bosch gewerkt. Daar deed ik de programmering en marketing. Toen liep ik al tegen het probleem aan dat we als individuele theaters heel veel data hebben, maar niet de capaciteit om daar iets mee te doen. Terwijl het heel veel toegevoegde waarde heeft voor de sector. DIP biedt een mooie kans om dat samen op te lossen. Dat loopt al goed, maar er kan nog veel meer gedaan worden. Voor mij een mooie aanleiding om plaats te nemen in het bestuur en daar mijn schouders onder te zetten.”
Wat vind je zo belangrijk aan het platform?
“De kracht van DIP zit voor mij in de samenwerking. We beschikken als sector over een enorme hoeveelheid data, maar delen die nauwelijks. Daardoor missen we inzichten die we wél zouden kunnen hebben. DIP kan daarin een verbindende rol spelen. Bijvoorbeeld door meer strategisch inzicht te geven in publieksgedrag. Er wordt in theaterland vaak gezegd: ‘we hebben heel veel nieuw publiek’. Maar is dat publiek echt nieuw? Komt het van een ander theater? Heb je toevallig een heel goed jaar gedraaid? Ik zou graag zien dat we echt die link naar marketing leggen en ons publiek kunnen uitbreiden op basis van data.”
“We beschikken als sector over een enorme hoeveelheid data, maar delen die nauwelijks. Daardoor missen we inzichten die we wél zouden kunnen hebben.”
Wat is een leuk weetje over jou?
"Er is een grappig weetje dat ik zelf ook pas heb ontdekt. Mijn vader is lang geleden directeur geweest van de VSCD. Hij ging met pensioen in mei 2000. Precies 25 jaar later - in mei 2025 - werd ik benoemd tot bestuurslid. Dat heeft zo moeten zijn denk ik.”
Ga je zelf vaak naar het theater?
"Ik ga sowieso drie keer in de week naar mijn eigen theater. Om te kijken hoe de programmering valt bij het publiek, artiesten te kijken en sfeer te proeven. Daarnaast bezoek ik ook nog andere voorstellingen. Dus ik denk dat ik wel zo’n 120 keer per jaar in een theaterstoel zit. Een voorstelling die me is bijgebleven? De driestuiversopera van het Noord Nederlands Toneel, met toen nog een jonge Carice van Houten en Peter Heerschop. Die heeft heel veel indruk op me gemaakt. Naast mijn werk ben ik behoorlijk actief. Ik raak al wat op leeftijd dus ik golf. En ik wielren en fitness om fit te blijven.”
Wat hoop je voor de toekomst?
"Ik vind het een prachtig initiatief dat gezelschappen en theaters via DIP eindelijk op een
structurele manier samenwerken. Dat is in de sector lang niet vanzelfsprekend geweest. Ik hoop dat we die lijn doortrekken, meer gaan delen en samen optrekken. Want hoe eigenwijs we als sector ook zijn – met z’n allen kunnen we echt meer bereiken. Dat begint met het vertrouwen en de bereidheid om gegevens en inzichten te delen. Dus ik zou zeggen: sluit je aan en laten we het doen. Als iedereen de stap durft te zetten, kunnen we bouwen aan een sterke, verbonden sector. Waarin we betere keuzes maken, ons publiek echt kennen en groeien op inhoud én bereik.”