Vijf vragen aan ... Pieter Rijser
Pieter Rijser is mede-eigenaar van Sjoege management: een impresariaat en management voor cabaretiers, theatermakers en acteurs. Sinds een aantal maanden zit hij ook in het DIP-bestuur. Zijn belangrijkste beweegreden? “Ik vind het belangrijk dat de onafhankelijke spelers in de branche ook vertegenwoordigd zijn. En ik ben gewoon ambitieus.” We vroegen Pieter naar deze ambitie en meer.
Waarom koos je voor DIP?
“Allereerst omdat ik veel interesse heb in digitalisering. Binnen Sjoege houd ik me ook bezig met het databeheer. Plus: naast de grote theaters, producenten en brancheverenigingen moeten ook de onafhankelijke impresariaten een stem hebben in het DIP-bestuur. Wij vertegenwoordigen bijvoorbeeld een belangrijk deel van het cabaret-aanbod in Nederland. En hebben misschien net weer een ander soort belang. Zoals de kaartverkoop en de dataverzameling daaromheen. Laatst zaten bijvoorbeeld cabaretprijswinnaars Valentina Tóth en Peter van Rooijen van ons impresariaat bij Jinek aan tafel. Dan is het heel fijn dat we realtime kunnen monitoren wat dat doet met het aantal verkochte tickets. En dan is er nog de publieksmonitoring. Voor het verzorgen van publiciteit is het gewoon heel belangrijk om te weten wie er in de zaal zit.”
Wat vind je nog meer zo belangrijk aan dit platform?
“Sjoege is een klein bureau. We steken het liefst zo min mogelijk tijd en energie in het vergaren van informatie. Of in het sluiten van overeenkomsten. DIP speelt een belangrijke rol in de automatisering daarvan. Ik denk dat we daarin samen nog veel stappen kunnen zetten. Juist omdat wij net wat meer ‘op maat’ werken voor onze artiesten, is het leuk om mee te denken hoe we alles in de toekomst nog beter kunnen doen.
In september was mijn eerste bestuursvergadering. Daar zag ik een groep mensen met een fijne chemie en een gezamenlijk belang: zoveel mogelijk mensen naar het theater krijgen.”
“Ik vind het leuk om mee te denken hoe we alles in de toekomst nog beter kunnen doen.”
Ga je zelf vaak naar het theater?
“Heel vaak. Maar ik ga geen favoriete artiesten uitspreken. Wat genres betreft zie ik vanuit mijn vak natuurlijk heel veel cabaret, kleinkunst en muziek. 50 tot 80% van wat ik bekijk produceer ik zelf. Ik vind het mooi dat je maanden samen in een maakproces zit, en dat dat op één avond allemaal samenkomt. Dat je merkt dat een voorstelling ‘gaat vliegen’. Je voelt dan de spanning van het publiek en de lach of de ontroering groter worden. Dat is voor mij dan toch wel een hoogtepunt - dat alles op z’n plek valt.”
En heb je - naast theater - nog andere hobby’s?
“Heel eerlijk? Daar heb ik eigenlijk geen tijd voor. Ik zei deze zomer nog tegen mezelf dat ik het opgeef, en geen boeken meer hoef te lezen. Dat komt wel weer als mijn twee kinderen wat groter zijn. De jongste is nu twee, dus dat duurt nog even. Mijn partner is mede-eigenaar van ons bedrijf, en dit werk vraagt veel van ons. We zijn bijvoorbeeld veel ‘s avonds weg. We plannen daarom heel bewust vakantieblokken in onze agenda. Dan zijn we er ook écht voor de kinderen. Dus dan kom ik ook gewoon niet aan lezen toe. Ik luister wel veel podcasts. Politieke zijn daarin favoriet. Zoals De Spindoctors, Amerika in 15 minuten - vanwege de Amerikaanse verkiezingen - en NRC Haagse Zaken.
Als héél LinkedIn meeleest, wat zou je dan nu willen zeggen over DIP?
“Dat ik hoop dat we gezamenlijk kunnen blijven innoveren en nadenken. Over hoe we nieuw potentieel publiek kunnen bereiken. Daarin hebben we elkaar nodig. We moeten elkaar niet als vijanden zien in de podiumkunstenbranche. We kunnen samen optrekken - juíst door het delen van data. En ik hoop dat ik daaraan mijn kleine steentje kan bijdragen als bestuurslid van DIP.”