Vijf vragen aan ... Arjen Berendse
Arjen Berendse is absoluut geen onbekende in de culturele sector. Sinds 2007 is hij directeur van Theater aan de Slinger en hij heeft in zijn carrière in verschillende besturen gezeten - van Dansgroep De Stilte tot Stadspodium Noord. Ook is Arjen van begin af aan betrokken bij DIP. En nog steeds, als onze financieel adviseur. We stelden deze museumliefhebber én fervent hardloper vijf vragen.
Waarom koos je voor DIP?
In 2017 zat ik net een halfjaar in het bestuur van de VSCD. Er leek toen een fusie te komen tussen de drie brancheorganisaties, maar dat ging niet door. Toen heb ik gezegd: ‘zijn er geen onderwerpen waarop we wél samen verder kunnen bouwen?’. Digitalisering bleek zo’n onderwerp en een werkgroep werd gestart. Maar we hadden meer draagkracht en middelen nodig. Toen kwam het idee voor Stichting DIP. Ik heb de hele interne organisatie opgebouwd - van administratie en financiën tot HR. En ook leningen binnengehaald die nodig waren om te starten. Door de komst van Joep als directeur kon ik een beetje meer afstand nemen. Maar ik was nog steeds betrokken bij de boekhouding. Nu hebben we dat ‘officieel’ gemaakt. Ik werk één dag in de week als financieel adviseur voor DIP en doe wat ik altijd al deed. Win-win.”
Wat vind je zo belangrijk aan het platform?
“Toen DIP nog alleen een werkgroep was, zag ik al chemie ontstaan tussen alle partijen - van producent tot theater. Dat is belangrijk, want we zijn nog steeds niet daar waar we moeten zijn. Er is af en toe nog steeds wantrouwen en dat maakt vooruitgang lastig. DIP heeft bewezen dat als je elkaar echt probeert te begrijpen en samenwerkt vanuit vertrouwen, je veel meer kunt bereiken. Het platform brengt data, systemen én mensen samen. En de drie modules die DIP aanbiedt leveren de sector zoveel efficiëntie op. Plus - minstens zo belangrijk: het bevordert het gesprek. Daarin zit voor mij echt de waarde van het platform.”
“DIP brengt data, systemen én mensen samen.”
Wat is een leuk weetje over jou?
“Ik wandel veel en loop graag hard. Vorige maand heb ik de marathon van Parijs gelopen. Dat vond ik geweldig om te doen. Tijdens het lopen luister ik vaak naar podcasts - van Maarten van Rossum en Jort Kelder. Welk boek er op mijn nachtkastje ligt? Op dit moment lees ik Céline van Pieter Waterdrinker: een Nederlander die jarenlang in Rusland woonde. Echt een aanrader. En als ik iets kijk op Netflix, zijn het meestal Zweedse detectives. Die vind ik het beste.”
Ga je zelf vaak naar het theater?
“Het theater is mijn werkplek. Dus ik zie heel veel. Soms zelfs te veel om het nog puur als bezoeker te ervaren. Maar eerlijk is eerlijk: soms ga ik nog liever naar het museum dan naar een theatervoorstelling. Dan kan ik mijn eigen route en tempo bepalen. Ik ben nogal onrustig van aard en lang stilzitten is niet echt mijn ding. Mijn favoriete kunstenaar is Anselm Kiefer. Een paar jaar geleden had ik het geluk om zijn atelier in Barjac te bezoeken. Duizenden vierkante meters vol monumentale werken - zelfs onder de grond. Er mogen maar een paar honderd mensen per jaar naar binnen, dus dat was wel een unieke ervaring.”
Wat hoop je voor de toekomst?
“Ik zei het net ook al, maar voor de sector hoop ik op meer wederzijds begrip. Dat producenten bijvoorbeeld beter snappen hoe een theaterorganisatie werkt, met gemeentelijke financiering, ambtelijke besluitvorming en alle uitdagingen die daarbij horen. En dat theaters op hun beurt meer zicht krijgen in het ondernemersrisico dat producenten nemen. DIP kan daarin echt een brug slaan. We moeten elkaar blijven opzoeken. Want uiteindelijk willen we allemaal hetzelfde: zo veel en zo divers mogelijk publiek laten genieten.” En voor DIP zelf hoop ik dat we vaste voet krijgen in het subsidiebeleid. Zodat we ook op lange termijn kunnen blijven investeren in kennisdeling en ontwikkeling.”