Van data naar dialoog: DIP-Trendanalyse 2023/2024
Na de coronapandemie publiceerde DIP een trendanalyse over de podiumkunstensector voor en na deze crisis. Nu is het tijd voor een nieuwe editie. Hierin kunnen we putten uit nog meer gegevens - dankzij de groeiende DIP-database én de uitrol van de Publieksmonitor. Hoe staat de sector ervoor? Wat viel op? En waarom zijn deze trendanalyses zo belangrijk? We spraken data-analist Sara Oomen erover.
Waarom is het belangrijk om deze analyses te blijven maken?
“De database die DIP opbouwt is uniek in Nederland. Deze moeten we dan ook blijven benutten, want we kunnen er inzichten uithalen die bruikbaar zijn in de sector. Met de trendanalyses kunnen we dingen uitproberen. We willen mensen inspireren en laten zien wat er eigenlijk allemaal kan met die data. Maar ook: wat nog niet. Want ook aan deze database zitten haken en ogen.”
De DIP-database blijft groeien. Is dat terug te zien in de nieuwste analyse?
“Steeds meer theaters sluiten zich aan. Dat zie je niet direct terug in de resultaten en grafieken, maar het betekent wel dat de analyse robuuster wordt met de jaren. Het beeld van de sector wordt steeds completer. Daarnaast kun je met grotere aantallen veel interessantere analyses doen. We kunnen nu bijvoorbeeld al iets meer zien op regionaal en provinciaal niveau, en steeds meer verschillen tussen typen podia onderzoeken.”
Wat viel op?
Leeftijdsopbouw …
“Je ziet heel duidelijk dat er verschil is tussen de omvang van het podium en wat voor publiek het binnenhaalt qua leeftijd. Bij grote podia zitten relatief meer jongere mensen in de zaal. Dan rijst bij ons weer de vraag: Welke factoren hebben daar invloed op? Is het marketing of programmering? Of wonen er gewoon veel jonge mensen in de buurt van het podium? En wat betekent dat voor de opdracht voor grotere podia met betrekking tot hun publieksbereik? Die vragen kunnen we niet meteen beantwoorden. Maar we geven wel een stukje van het antwoord, dat vervolgens nieuwe vragen oproept waarover we gaan nadenken.”
… en moment van aankoop
“Ook gaat het in de sector vaak over ‘vroege en late kopers’. Voor veel producties geldt dat ze hard hun best moeten doen om op het laatste moment nog publiek te werven. Maar uit de trendanalyse komt juist naar voren dat mensen over het geheel genomen niet later kopen dan eerst. Mijn hypothese daarover is dat - vooral na corona - goedlopende voorstellingen nóg sneller uitverkopen en de voorstellingen die een beetje achterblijven juist nóg minder hard gaan. Over het geheel genomen, middelt dat dan weer uit. Die hypothese wil ik graag toetsen.”
“Uit de trendanalyse komt juist naar voren dat mensen
over het geheel genomen niet later kopen dan eerst.”
Liepen jullie nog ergens tegenaan in het proces?
“Bij het maken van de analyses zijn we afhankelijk van de ingevoerde data. Soms wordt een voorstelling bijvoorbeeld verkeerd gekoppeld. Waardoor het lijkt alsof er elke dag heel veel kaartjes geannuleerd worden en weer gekocht. Maar dan denk je wel meteen: dit kan niet kloppen. Dan is het aan ons om uit te zoeken wat er aan de hand is en hoe we het oplossen. Die dingen kosten tijd.”
Op wat voor reacties hoop je?
“Ik vind het het leukst als mensen gaan nadenken over de resultaten. ‘Als dit eruit komt, hoe zou het dan zijn als we deze informatie daaraan verbinden? Wat betekent dat?’ Joep (Grooteman, directeur van DIP) en ik hebben dat zelf ook. We zien bepaalde uitkomsten en denken: ‘Zou het zo en zo in elkaar zitten? Dus dan ga je eigenlijk nieuwe hypotheses bedenken, die we weer kunnen toetsen en staven. Dat wil je uiteindelijk bereiken.”
“Al die cijfers en gegevens zijn eigenlijk een hele leuke speeltuin.”
Wat zijn je wensen voor de volgende trendanalyse?
“We werken toe naar een steeds schonere en rijkere database. Zonder menselijke foutjes en met nog meer gegevens.
Er is bijvoorbeeld heel veel open data van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Daar zitten veel dingen tussen die we kunnen verbinden aan de huidige DIP-data. Zoals de bevolkingsopbouw. Behalve landelijk, willen we die ook weten voor kleinere regio’s.
Maar ook de data van het KNMI kunnen superinteressant zijn voor sommige (podium)kunstvormen. Dat gaat dan vooral over spontaan bezoek. Als mensen verder weg wonen, gaan ze dan minder snel naar het theater als het regent? Of juist eerder naar de film of een klassiek concert - iets knus? Als je veel bezoek hebt dat ver van tevoren kaartjes koopt, heeft het weer minder invloed. Daar kan je allemaal hypotheses voor bedenken. Ja, al die cijfers en gegevens zijn eigenlijk een hele leuke speeltuin.
Verder weten we nu vooral het genre van alle producties. Maar je zou ook onderzoek kunnen doen op productieniveau. Is iets gericht op een jonger of ouder publiek? Hoe populair is een voorstelling? Gaat het om kwetsbaar aanbod of niet? Die informatie zit nu allemaal nog in de hoofden van mensen. Ik zou het heel tof vinden als we dat ook kunnen verzamelen in de database.”
De complete trendanalyse delen we binnenkort!
Wil je meer weten over datagedreven werken in de cultuursector? Dat kan. Sara is een van de sprekers op het DIP-event op 9 december. Samen met Joep Grooteman vertelt ze meer over de trendanalyse en de toekomstige rol van data. Koop hier je kaartje(s).